De kortingsregeling voor energiecoöperaties komt uit het energieakkoord en houdt in dat leden van coöperaties die zelf duurzame energie opwekken, een korting op de energiebelasting krijgen van 7,5 cent. Deze korting is op dit moment nog voorbehouden aan particulieren en ZZP'ers, met de voorwaarde dat een coöperatie voor maximaal 5% uit ZZP'ers mag bestaan.
"Daar heb ik nog eens goed naar gekeken en geconstateerd dat kleine ondernemers vaak op dezelfde manier met lokale energie bezig zijn als burgers. Per 1 januari 2015 mogen kleine ondernemers daarom ook meedoen met de regeling voor energiecoöperaties", zei Kamp. Wel wil hij voorkomen dat grote ondernemingen de regeling gaan 'kapen', en dat doet hij door de voorwaarde te stellen dat één ondernemer maximaal 20% van het totale kapitaal van de coöperatie mag inbrengen.
Verschillende energiewoordvoerders van de Tweede Kamer drongen er bij Kamp op aan om de postcoderoosregeling aan te passen of zelfs af te schaffen. CDA-kamerlid Agnes Mulder stelde voor om te stoppen met de postcoderoos en in plaats daarvan een aparte categorie op te nemen in de SDE+ voor energiecoöperaties. Daar zou dan -net als bij wind op zee- een vast bedrag voor gereserveerd moeten worden, zodat de coöperaties niet op kostprijs hoeven te concurreren met commerciële bedrijven. "We moeten nu het momentum in de samenleving goed benutten, en dat wordt met de postcoderoos niet bereikt", betoogde Mulder.
Jan Vos van de PVDA noemde de regeling "complex en nodeloos ontmoedigend" en vroeg zich af waar het plafond van 5% voor ZZP'ers op gebaseerd is. Het feit dat er nog maar één project door de belastingdienst is goedgekeurd is volgens hem het bewijs dat de regeling niet werkt. Hij pleitte ervoor om de regeling om te draaien en in principe geen tweede aansluiting te verplichten en ook geen andere beperkingen te stellen, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dat in specifieke gevallen wel te doen.
Kamp reageerde zichtbaar geprikkeld op de kritiek en richtte zich daarbij vooral op Vos. "De heer Vos heeft zich zeer negatief uitgelaten over de regeling, maar het is helemaal geen bureaucratische regeling", betoogde de minister. "Als je met een groep zelf energie wil gaan opwekken zonder energiebedrijf, dan zijn dat in een geordend land als Nederland per definitie complexe projecten", zei Kamp.
Vanuit de overheid worden volgens hem maar twee voorwaarden gesteld: nabijheid en aanmelding bij de Belastingdienst. "Alle andere dingen zijn gewoon zaken die geregeld moeten worden als je op grotere schaal energie gaat opwekken en leveren", aldus Kamp.
Bovendien moet er niet te vroeg gemopperd worden, vond hij: "We zijn net een half jaar bezig en we hebben het eerste project al mogen goedkeuren", zei Kamp, waarmee hij de kritiek van Vos precies omdraaide: één project in een half jaar is niet weinig, maar juist hartstikke mooi. In het algemeen vond hij dat de energiewoordvoerders zich wel wat constructiever mochten opstellen: "Zie het niet zo negatief, we zijn net begonnen en waar nodig zijn we met oplossingen bezig."
Wel toonde Kamp zich gevoelig voor de vragen over ZZP'ers en hij zegde dus toe dat vanaf 2015 ook kleine ondernemers gebruik kunnen maken van de regeling. Daarnaast noemde hij de verplichte tweede aansluiting een aandachtspunt. Bij kleinere installaties is dat geen probleem, stelde Kamp, want dan kan er gewoon een kleinverbruikersaansluiting gemaakt worden en dat is qua kosten prima te overzien. Maar ga je een grotere productie-installatie bouwen, dan kun je te maken krijgen met hoge kosten omdat dan een grootverbruikersaansluiting nodig kan zijn om alle stroom op het net te krijgen.
Als zo'n aansluiting er nog niet is, dan valt daar weinig aan te doen, maar in gevallen waar al wel een grootverbruikersaansluiting aanwezig is, wil Kamp gaan kijken hoe dat opgelost kan worden. "De verplichting van een tweede aansluiting moet geen belemmering zijn als het technisch niet nodig is", zei Kamp. Een oplossing voor dit punt denkt hij echter pas na de zomer te kunnen presenteren.
Bron: Energeia